Stuk voorafgaand aan de documentaire 2Doc: #ThisisEgypt2, tien jaar na Tahrir van Egypte-correspondent Ruth Vandewalle.

Journalist Ruth Vandewalle (33) is er even tussenuit. Haar huis in het drukke Cairo heeft ze achter zich gelaten en ze is met de bus afgereisd naar Dahab, een stadje aan de rand van de Sinaï, uitkijkend over de Rode Zee. ‘Dahab ligt vlakbij Sharm’, vertelt ze, verwijzend naar de bekendere Egyptische badplaats Sharm-el Sheikh. Ze vindt het daar te ‘commercieel’. ‘Dat is niet helemaal mijn ding.’

Het is tien jaar geleden dat Ruth Vandewalle, als student Arabische talen, haar journalistieke roeping vond. Dat gebeurde begin 2011 op het Tahrirplein in Cairo, waar duizenden Egyptenaren dag na dag bleven roepen om het aftreden van dictator Mubarak, die al dertig jaar de president van Egypte was. Na achttien dagen gebeurde wat als onmogelijk werd gezien: Hosni Mubarak trad af.

Maar ruim drie jaar later nam een andere militaire dictator plaats in het presidentieel paleis in Cairo, in de wijk Heliopolis: Abdul Fatah al-Sisi. Deze Sisi zwoer dat er nooit weer zo’n revolutie als in januari 2011 zou plaatsvinden. De repressie nam onder zijn gezag toe. Het buitenland heeft er vrede mee. Afgelopen december ontving Sisi in Parijs, in het bijzijn van de Franse president Macron, zelfs de Légion d’honneur – een hoge Franse staatsonderscheiding.

‘Dat is superdubbel, hè’, reageert Ruth Vandewalle. ‘Alle Europese ambassades in Egypte hebben een mensenrechtenafdeling of iemand die zich inzet voor de mensenrechten. Want wat dat betreft gaat het helemaal niet goed in Egypte: er zitten naar schatting 60.000 mensen vast om politieke redenen. Sisi heeft een schrikbewind ingezet om het iedereen uit het hoofd te halen nog oppositie te voeren of de straat op te gaan. Dat heeft gewerkt. Mensen zijn ook echt bang om over politiek te praten of zelfs om een Facebook-post te plaatsen. Dus als Sisi dan, met wat hij op zijn kerfstok heeft, naar Parijs gaat en daar een ereteken krijgt… Hoe kun je als Frankrijk werken aan mensenrechten en iemand die verantwoordelijk is voor de schending daarvan een ereteken geven?’

Frankrijk zal daar een rationele reden voor hebben, toch?

‘Frankrijk heeft enorme wapendeals gesloten met Egypte de voorbije jaren. Ze heeft Rafale-vliegtuigen verkocht. In Egypte is ook een gasveld gevonden waar Italië exploiteur van is. Als je als jonge, politiek bewuste Egyptenaar dat nieuws leest, denk je: uiteindelijk is het money talks. Het is mooi om te zeggen dat je bezig bent met mensenrechten, maar als puntje bij paaltje komt, kan het Europa      niet veel schelen wat er met Egyptenaren in de gevangenissen gebeurt.’

Hoe vrij kun jij nu met mij praten?

‘Kijk, ik praat in principe openlijk over wat ik rondom mij zie en wat ik denk. Dat is vooral omdat ik werk voor Nederlandse media. Ik ben geen BBC of New York Times, dus ik word door de overheid minder in de gaten gehouden. Maar natuurlijk, als je journalist bent moet je niet zeggen dat je een documentaire wilt maken naar aanleiding van tien jaar revolutie. Dan krijg je geen vergunning. Wie in Egypte wilt werken, moet dat op een slimme manier doen.’

Wat is slim?

‘Het ding is: uiteindelijk weet je nooit waar de rode lijnen precies liggen. Wat voor mij belangrijk is, is dat de mensen die in mijn documentaire voorkomen veilig zijn en niet kunnen worden opgepakt voor de dingen die ze in beeld zeggen. Maar mensen doen al aan zelfcensuur. Als een camera aanstaat denken ze wel na over wat ze zeggen. Ik wilde bovendien geen documentaire maken over de politieke situatie. Als je door een politieke lens kijkt, kun je zeggen: “Ja, die revolutie bestaat niet meer en is onmogelijk gemaakt door het regime. Je kunt bovendien niet meer zeggen wat je denkt.” Dat klopt allemaal, maar het is niet zo dat je leven voorbij is als je in een dictatuur leeft. Ik woon ondertussen meer dan elf jaar in Egypte en heb veel vrienden bij wie ik heel dicht sta. Ik zie dat zij in hun eigen kleine leven zoveel mogelijk hun ding doen. Ik denk dat er nu een sociale revolutie plaatsvindt. De échte verandering komt van bottom up: dat zijn de mensen die in hun eigen leven beslissen dingen anders te doen dan hun ouders. Dat is wat ik in deze film wil laten zien: hun persoonlijke revoluties.’

Wat doen ze anders dan hun ouders?

‘De generatie die ik rondom mij zie – de twintigers en dertigers, maar ook de tieners – beginnen zich echt vragen te stellen over de tradities en de normen en waarden die hun ouders hebben. Kijk, Egypte is een traditionele maatschappij, waarin je van jongsaf wel een beetje weet hoe je leven eruit zal zien: je gaat studeren, dan ga je op zoek naar een partner, je trouwt en krijgt kinderen. Als je in Egypte aan die tradities niet wil meedoen, krijg je best veel tegenwind. Ik denk dat de generatie die nu jong is, zegt: die tegenwind kan me niet zoveel schelen, ik wil gewoon mijn eigen leven leiden. Ik zie dat er een enorm generatieconflict gaande is in Egypte. Ik heb het gevoel dat het verschil tussen mijn generatie en die van mijn ouders in België niet zo groot is. Tussen mijn vrienden en hun ouders in Egypte zie ik juist een enórm verschil.’

Hoe merk je in het dagelijkse leven in Egypte dat je leeft in een dictatuur?

‘Dat vind ik heel interessant: dictatuur is eigenlijk onzichtbaar. Op straat gaat het leven zijn gewone gang. De goede verstaander ziet hoe de militairen en de politie steeds meer macht naar zich toetrekken, ook in het dagelijkse leven. Je ziet bijvoorbeeld overal winkels opduiken die levensmiddelen voor een lagere prijs verkopen die dan door  het leger zijn geproduceerd. Maar ook steeds meer bedrijven worden door mensen met een militaire achtergrond overgenomen. Twee jaar geleden zag ik bijvoorbeeld hoe een superleuke, bloeiende eettent met uitzicht op de Nijl plots ‘niet in orde’ bleek te  zijn met de vergunningen. De plek werd gesloten en toen hij een tijdje later weer open ging onder een nieuwe naam, was hij plots in handen van een ex-generaal. Mensen uit het leger nemen meer en meer civiele plekken over. Maar ook dat is allemaal relatief onzichtbaar.’

In hoeverre komen jouw vrienden in aanraking met de dictatuur?

‘In de documentaire volg ik drie van mijn vrienden in hun dagelijks leven. Dat is wat ik wilde vangen: oké, je leeft in een dictatuur, die hangt als een onzichtbare zwarte wolk boven je. Tegelijkertijd probeer je een normaal leven te hebben. Iedereen gaat daar op zijn eigen manier mee om: sommigen beslissen zich er helemaal niks van aan te trekken. Eén van de personages is Amna: zij is nationaal roeikampioene, een echt fantastische vrouw die haar leven gewijd heeft aan het roeien. Elke dag staat ze om 4.30 uur op  en om vijf uur zit ze op haar boot op de Nijl om keihard te trainen. Zij heeft besloten zich niks aan te trekken van de dictatuur. Ze heeft iets van: ik weet dat er constant mensen worden opgepakt en we niet meer vrij kunnen zeggen wat we willen. Maar als ik mij daar op ga focussen, kom ik nergens.’

‘Ik denk dat veel mensen dat doen: je creëert je eigen oase waarin je je veilig voelt en jezelf kunt zijn. Maar op een gegeven moment intervenieert de dictatuur wel in die oase van jou. Een paar weken geleden werd een vriend van mij, die mensenrechtenonderzoeker is, opgepakt. Dat gebeurde toen hij op vakantie was in Dahab, waar ik op dit moment ook ben. Dus je kunt wel proberen om in je eigen bubbel leven, maar de dictatuur zal die bubbel vroeg of laat doorprikken.’

Je woont zelf naast een politiebureau, waar volgens jou nogal vervelende dingen gebeuren. Hoe weet je dat eigenlijk?

‘Ik weet dat gewoon zeker.’

Waarom?

‘Omdat in elk politiekantoor in Egypte mensen slecht worden behandeld en slagen krijgen. Een vriendin van mij is een paar maanden geleden opgepakt en in dat politiekantoor terechtgekomen. Ze is de  hoofdredacteur van Mada Masr,  een van de enige vrije kranten die nog in Egypte bestaan. Dat was echt een politieke arrestatie, zij had geen wet overtreden. Na veel internationale druk is zij vrijgekomen, maar ze heeft wel nog een rechtszaak boven haar hoofd hangen. Het was al de tweede keer dat ze dat jaar werd opgepakt, en als dat gebeurt is daar meteen veel over te doen op de sociale media. Ik denk dat de overheid dit keer zoiets had van: hmm, dat is één hoofdpijndossier te veel.’

Ondanks al die ellende wil je heel graag in Egypte blijven wonen.

‘Dat geldt ook voor mijn vrienden. Er is niemand die echt wil vertrekken. Dat is ook het hele ding: als je alles door een politieke lens ziet, denk je: oh my god, die mensen leven in een dictatuur, dat is verschrikkelijk! Het ís soms ook heftig en verschrikkelijk, maar het leven wordt er ook intenser door. Ik ga de dictatuur niet verheerlijken. Egyptenaren zouden het liefst willen leven in een staat zoals die in Europa is ingericht. Maar ondanks alles blijft Egypte een supermooie plek om te wonen. Het allerbelangrjikste voor mij in Egypte zijn de mensen rondom mij. De meeste vrienden die ik heb zitten in de artistieke sector: veel zijn acteur of muzikant. Wat zij creëren is fantastisch om te zien. Maar los daarvan is Cairo een supersociale plek. In Europa is werk misschien wat mensen het meest bezighoudt, in Egypte is het sociale leven het belangrijkste dat er is. Ik vind het een heel warme plek, ondanks die zwarte wolk die erboven hangt. Als er met mij iets op straat gebeurt, weet ik dat er altijd mensen zijn die mij zullen helpen.’

‘Even een voorbeeld: als in Egypte iemand sterft wordt hij dezelfde dag nog begraven. Die avond is er dan een soort begrafenisplechtigheid. Als jij ‘s avonds een afspraak hebt en iemand uit jouw kring is overleden – een moeder van een vriend, of een tante – laat je alles uit je handen vallen en ga je ‘s avonds naar die begrafenisplechtigheid om steun te betuigen en je condoleances aan te bieden. Die onvoorspelbaarheid van het leven is waar mensen constant rekening mee houden, en waar veel tolerantie voor is. Veel meer dan in Europa, hebben mensen in Egypte het gevoel dat je niet alles in handen hebt. Dat vind ik supermooi aan dit land: die overgave aan de onvoorspelbaarheid van het leven.’