Stuk in de VPRO Gids naar aanleiding van een Duitse radio-uitzending over de recent in Duitsland uitgekomen oorlogsdagboeken van Anna Haag.

Op donderdag 22 januari 2022 is het veertig jaar geleden dat Anna Haag overleed. Anna wie? Het leven van deze in Nederland volledig onbekende vrouw wordt herdacht in een hoekje van de Duitse radio, in het geschiedenisprogramma ZeitZeichen dat niet meer dan een kwartiertje duurt. Voor je het weet, is de radioreportage voorbij.

Maar voor wie zich kort in deze Anna Haag verdiept, opent zich een wereld. Afgelopen jaar verschenen in Duitsland, bij uitgeverij Reclam, haar volledige dagboeken uit de oorlogsjaren. Ze zijn gebaseerd op twintig schriften die ze als beginvijftiger volpende in haar woning in Stuttgart, schuilhield in de kelder van haar huis en later bovendien nog ergens in de grond begroef. Zoals ze zelf in haar dagboeken schreef tijdens die totalitaire nazi-jaren: één kleine verdachtmaking kon tot een huiszoeking leiden, en haar hoofd zou rollen. De memoires kregen de titel Denken ist heute überhaupt nicht mehr Mode mee, waarmee de bezorgers ervan benadrukken dat Anna Haag een vrijdenker was die zich in nazi-Duitsland verbijsterde over het kuddegedrag van veel van haar landgenoten.

Op dezelfde manier wordt zij geschetst door de Britse cultuurhistoricus Edward Timms, die in 2016 al een boek over haar schreef: Anna Haag and her Secret Diary of the Second World War. Haag was volgens hem een pacifist, feminist en democraat, die als twintiger eerst de Eerste Wereldoorlog voor de kiezen kreeg, daarna met haar jonge gezin de economische en politieke malaise van het Duitsland van de jaren 1930 moest overleven en tot slot te maken kreeg met de waanzin van de Tweede Wereldoorlog. Het op papier zetten van haar gedachten was voor haar een tweede natuur: in de tussenjaren had zij zich ontwikkeld tot publicist en romanschrijver, en was ze een scherp, politiek denker geworden.

Anna Haags nu gepubliceerde dagboeken passen naadloos in een rij egodocumenten uit de nazi-jaren waarvoor pas lang na de oorlog een publiek gevonden is. Pas begin jaren tachtig kwamen in Nederland de dagboeken van Etty Hillesum uit (over wie dit jaar een biografie van Judith Koelemeijer verschijnt). Pas in de jaren negentig volgden de dagboeken van de Duitser Victor Klemperer, die als Jood doceerde in Dresden. Pas in 2000 verscheen, postuum, Het verhaal van een Duitser, waarin Sebastian Haffner als twintiger van binnenuit beschrijft hoe de nazi’s in 1933 de Duitse samenleving in gijzeling nemen.

Wie deze egodocumenten leest, kan zich met uiterste inspanning van z’n verbeeldingskracht verplaatsen in de schoenen van Hillesum, Klemperer, Haffner en nu Anna Haag. Zij leefden in een wereld van politieke moorden, etnische zuivering en angstig kuddedenken. Een wereld ook waarin racistische en nationalistische ideeën, zó radicaal dat we er ons nog nauwelijks iets bij kunnen voorstellen, tijdelijk zegevierden.