Stuk voorafgaand aan de documentaire The Trial of Ratko Mladic.

Wie het Joegoslavië van de jaren negentig wil begrijpen, moet weten wat er is gebeurd in de Tweede Wereldoorlog. Die les komt van één van de advocaten van de voormalige Bosnisch-Servische generaal Ratko Mladic in de Britse documentaire The Trial of Ratko Mladic. De advocaat maakt zijn opmerking terwijl hij door Kroatië rijdt en het terrein passeert waar in de Tweede Wereldoorlog het concentratiekamp Jasenovac was gevestigd. Dit was een kamp van de Ustasa, een fascistische militie in de Onafhankelijke Staat Kroatië. Dit was een vazalstaat van nazi-Duitsland, waarin genocide werd pleegd op niet alleen Joden en Roma, maar ook op Serven.

Dat zijn de Serven nooit vergeten. En ook al waren ze dat wel, dan kwamen de herinneringen snel weer bovendrijven toen in de jaren tachtig, na de dood van de grote Joegoslavische leider Joseph Tito, het oude etnische nationalisme zijn lelijke kop weer op stak in de Balkan-republiek. Hooligans van Kroatische voetbalclubs begonnen de Ustase-groet opnieuw te brengen en de fans van Servische tegenstanders hieven Servisch-nationalistische liederen uit de Tweede Wereldoorlog aan.

In de jaren tachtig belandde Joegoslavië in een economische crisis en liep het communisme op zijn laatste benen: toen in 1990 voor het eerst sinds veertig jaar weer verkiezingen werden gehouden wonnen vooral de nationalistiche partijen. In Kroatië werd Franjo Tudman de nieuwe president, een man die kort tevoren een boek had geschreven waarin hij de wandaden van de Ustasa-militie had afgezwakt. Na de komst van Tudman werden Serviërs weggezuiverd uit het Kroatische overheids- en politieapparaat, verdween het Servisch als overheidstaal en riep de nieuwe president de Kroaten van alle Joegoslavische deelstaten op om tot eenheid te komen. Daaronder zaten ook de Kroaten die een grote minderheid vormden in het door islamitische Bosniakken en Serviërs gedomineerde deelstaat Bosnië-Herzegovina.

Een burgeroorlog brak uit in eerst Kroatië en later ook Bosnië. Militair leider van de Bosnisch-Serviërs was Ratko Mladic, in 1942 geboren in de fascistische Kroatische vazalstaat. Zo moet je het zien, aldus Mladic’ advocaat: tijdens de Joegoslavië-oorlog is wraak genomen voor wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd.