Historisch artikel over het gebruik van zeewier voor De Lichtkogel van Rijkswaterstaat.





Vooral in Azië wordt nu zeewier gegeten en verwerkt. Maar Europa en de VS hebben ook een lange historie met zeewier. Het werd gebruikt als voedsel en als bemester, maar ook als grondstof voor de zeep- en glasindustrie. Uit zeewier werden zelfs stoffen gewonnen die nodig waren voor de productie van oorlogsmunitie.

Het wild plukken van zeewier is in Nederland bij wet verboden. Maar het kan weleens gebeuren dat in Zeeland een bus met Aziatische toeristen aankomt die bij de Oosterschelde kelp of zeesla gaan lostrekken. Want anders dan Nederlanders zijn veel Aziaten volkomen vertrouwd met het eten van zeewier.

Nederland heeft nauwelijks een historie met zeewier. Dat komt door de zandkusten. Zeewier heeft een harde ondergrond nodig, zoals de rotskusten van Frankrijk of Zuid-Engeland. Maar met de Watersnoodramp in 1953, vertelt Marieke Brown van Stichting Zeewierwijzer, zijn de kansen in Zeeland gekeerd. ‘Toen zijn basaltblokken in de Oosterschelde gelegd, voor de versteviging van de kustlijn. Daar kan zeewier op groeien, waardoor we nu zo’n 220 zeewiersoorten hebben in Nederland. Vergelijk dat met Ierland, waar minimaal zeshonderd soorten zijn. Daar bestaat al veel langer een zeewiercultuur. Wat dat aangaat is de cultuur hier nog vrij jong.’

In Azië is zeewier duidelijk aanwezig. In Japan wordt elke 6 februari de Dag van het Zeewier gevierd. Toen Marieke Brown zelf eens het land bezocht, kreeg ze Kombu (een bruinwier) in haar soep en werden bij de borrel  snackvelletjes van Nori (een roodalg) geserveerd. ‘Zeewier ligt daar ook in grote hoeveelheden in de koeling van supermarkten. Dat het daar zoveel gegeten wordt, is waarschijnlijk één van de redenen dat mensen in Japan gemiddeld langer leven dan op andere plekken in de wereld en minder cardiovasculaire problemen hebben’, zegt zij. Recent Japans onderzoek wijst inderdaad op een correlatie tussen het bijna dagelijks eten van zeewier en een kleinere kans op een hartinfarct.

Maar ook Europa zelf, evenals de Verenigde Staten, heeft een lange (hoewel vergeten) historie met zeewier. In Groot-Britannië en Ierland wordt het al duizenden jaren gegeten, schrijft de Welshe microbioloog Jessica Adams van de Universiteit van Aberystwyth. Volgens haar was zeewier tot honderd jaar geleden een alledaags ingrediënt in de Britse kustgebieden. Bovendien stond zeewier in de zeventiende eeuw aan het begin van de Britse chemische industrie, toen uit kelp (een bruinwier) soda werd gewonnen. Soda was een belangrijke grondstof voor de zeep- en glasindustrie.

De vraag naar soda uit kelp werd vooral groot toen tijdens de Napoleontische oorlogen begin negentiende eeuw de export van Spaanse Barilla-soda stil kwam te liggen. Na de terugkeer van vrede in Europa verloor de kelpindustrie de slag weer met die goedkopere Barilla. Vervolgens werd vooral jodium uit kelp gewonnen, totdat het eind negentiende eeuw voordeliger werd om mineralen uit Chili te importeren. Rond die tijd werd wel ontdekt dat zeewier ook alginaten bevat. En ruim een eeuw later zijn die alginaten nog steeds een belangrijk zeewierderivaat, ook in Nederland. Denk aan E-nummers in tandpasta, ijs of chocolademelk (alginaat wordt gebruikt als verdikkingsmiddel en stabilisator). Daarnaast wordt alginaat nog steeds gebruikt voor wondverband en voor gebitsafdrukken bij de tandarts. Marieke Brown: ‘Het schijnt dat mensen ook in de Romeinse tijd een stukje zeewier op een snee legden, voor een snellere wondgenezing. Tegenwoordig zijn er pleisters waarin zeewier is verwerkt: omdat het goed vocht opneemt, droogt de wond sneller op en bovendien plakt het niet aan de wond.’

In de land- en tuinbouw kunnen zeewierproducten gekocht worden als bemester en bodemverbeteraar. Ook dat heeft een lange geschiedenis. Op een Kanaaleiland als Jersey, voor de Franse kust, is het net als in Nederland illegaal om zeewier te plukken. Maar als na een herfststorm grote bergen zeewier zijn aangespoeld, worden die nog steeds met tractors verzameld, meegenomen en over boerenland verspreid. Dit is een eeuwenoude gewoonte, ook buiten Jersey.

Om bar land vruchtbaar te maken, is sinds jaar en dag de grondstof ‘potas’ gebruikt. Oorspronkelijk werd dit gewonnen uit verbrand hout, maar in de achttiende eeuw werd in Schotland ontdekt dat potas ook uit het as van zeewier te halen valt. Dit zeewieras kreeg de naam ‘kelp’, wat later een soortnaam voor bruinwieren werd.

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog waren de Verenigde Staten een grootverbruiker van potas. De grondstof was noodzakelijk voor het vruchtbaar maken van armoedige zandgronden. Het probleem was dat de VS afhankelijk waren van de import van potas uit mijnen in het Duitse keizerrijk. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, zette Duitsland zijn export stop; met name omdat potas ook een ingrediënt van buskruit was. Omdat de Amerikaanse regering zich al vóór de oorlog zorgen maakte over de te grote afhankelijkheid van Duitsland voor de import van potas, was al gekeken of de kelpwouden voor de kust van Californië een alternatief konden zijn voor de Duitse potasmijnen. Met het uitbreken van de oorlog werd de Californische kelpindustrie versneld uit de grond gestampt, zo beschrijft de Amerikaanse historicus Peter Neushul in een studie.

Dat gebeurde niet alleen om schrale Amerikaanse landerijen te kunnen bemesten, maar ook omdat uit kelp de stof aceton gewonnen kon worden. Met aceton werd cordiet gemaakt, een rookloos explosief dat de Britten nodig hadden voor hun geweren. Het Amerikaanse munitiebedrijf Hercules Powder Co zette in de oorlogsjaren een fabriek op met 1200 werknemers en ontwierp vijftig meter lange drijvende oogstmachines die dag en nacht bezig waren om reuzenkelp uit de Californische kustwateren te halen.

Toen de oorlog voorbij was en de Duitse export van potas werd hervat, lukte het de Amerikaanse kelpindustrie niet rendabel te blijven. Men zag toen nog niet in, aldus historicus Neushul, wat de commerciële potentie van alginaat was. Later groeide het winnen van alginaat uit zeewier alsnog uit tot een grote industrie.

BIO Marieke Brown

Met Stichting Zeewierwijzer probeert Marieke Brown mensen vertrouwd te maken met zeewier als voedsel. Haar werk wordt gefinancierd door het Nederlandse importbedrijf Your Well. Zelf doet ze gedroogde zeewiervlokken door haar muesli of salade en trekt ze soep van Kombu. In zeewier zit veel jodium. Ook geldt het als een goede zoutvervanger, met een laag natrium gehalte.

Contact: info@zeewierwijzer.nl