Interview met Rusland-correspondent Iris de Graaf voor alumnusblad Broerstraat 5, nadat ze was verkozen tot alumnus van het jaar 2022.

Op het moment van spreken is ze net terug van een week in Antalya, in Turkije. Daar aan de Turkse kust moest Iris de Graaf (31), NOS-correspondent in Rusland, op adem komen na alle hectiek sinds de inval van Rusland in Oekraïne in februari. Maar de badplaats aan de Middellandse Zee is voor haar meer dan slechts een plek om uit te rusten. Het was hier in Antalya dat ze in 2009 besloot om zich in te schrijven voor de studie Slavische Talen en Ruslandkunde in Groningen.

Dat besluit nam ze nadat ze twee jaar had gewerkt in een animatieteam, samen met Russische dansers en choreografen, om de Russische toeristen in de hotels in de Turkse badplaats te vermaken. ‘Omdat ik zoveel Russen tegenkwam, raakte ik door hen gefascineerd’, vertelt ze tijdens een haastige lunch, die duidelijk maakt dat de rust van Antalya alweer verleden tijd is. ‘Veel mensen kennen die clichés over onbeschofte, dronken Russen op vakanties. Er waren daar heel leuke Russische families, maar ik heb inderdaad situaties meegemaakt die aan die clichés voldoen. Zij hadden veel geld betaald om daar vakantie te vieren en dachten dat ze baas konden zijn over alles en iedereen. Dat leidde tot conflicten met mij, een vrijgevochten Nederlandse meid. Dat fascineerde mij. Ik dacht: ik moet wat met die Russische taal. Toen zag ik die studie in Groningen, waarbij je een semester in Sint-Petersburg kon studeren. Dat haalde me over: yes, ik wil in Rusland studeren en die taal leren.’

Zo vertelt, klinkt dit nog als een bevlieging. Maar haar interesse voor Rusland stamde al van veel eerder. Eén van haar oma’s is opgegroeid de buurt van Belgorod, een Russische stad vlakbij de grens met Oekraïne en niet ver van de zwaarbevochten stad Charkov. Familie aan haar oma’s kant woont nog steeds in Rusland, niet vier van de badplaats Sotchi.

‘Ik was vroeger gefascineerd door mijn oma en haar verhalen’, vertelt De Graaf. ‘Mijn moeder volgde af en toe een cursus Russisch, omdat ze niet tweetalig is opgevoed. Ik pakte dan stiekem haar schoolboeken en nam ze op zolder door, en luisterde naar de cassettebandjes die erbij hoorden. Het was zo’n mystieke taal voor mij. Ik wilde die ook spreken. Dat had ik van jongsaf in mijn hoofd. Met mijn oma oefende ik ook vaak woordjes.’

Toen ze de taal daadwerkelijk meester werd, tijdens haar studie in Groningen, opende zich een wereld voor haar. ‘Rusland is een vrij geïsoleerd land. Als je de taal niet spreekt, weet je weinig van Rusland. Voor mij was het land al een beetje open gegaan door mijn oma. Maar het spreken van de taal stelt je in staat om Russische televisie te volgen, om de propaganda te begrijpen, om films te kijken en boeken te lezen. Russen hebben het altijd over de ‘Russische ziel’. Dat heeft me altijd gefascineerd. Waar zit die ziel dan in? Zit dat in die boeken van Dostojevski, of in die oude films van Eisenstein? Ik vond het heel bijzonder om bijvoorbeeld Dostojevski in het Russisch te lezen, want er zijn in het Russisch zoveel woorden die niet goed vertaald kunnen worden. Het Russisch is een ontzettend poëtische taal, met een rijke groep aan bijwoorden en adjectieven waarbij we ons niet eens kunen voorstellen wat ze betekenen. Dan krijg je een vertaling als: “een diep zwartgallig, duistere emotie om een vervlogen liefde”, maar dat was dan één Russisch woord. Ik heb ook het idee dat de taal mij als correspondent echt helpt met mensen contact te maken en de gevoeligheden, nuances en emoties te begrijpen.’

‘Russen zijn heel goed in speeches geven. Als je ergens een verjaardag hebt, wordt er zeven keer geproost. Bij elke slok krijg je een speech van tien minuten waarbij je aanhoort hoe fantastisch iemand is. De speeches van Poetin zitten ook vol met het unieke en mystieke van Rusland. Ze spelen erg in op de nostalgie en de emotie. Dat zie je opnieuw met deze oorlog en de hele staatspropaganda. Ik vind het fascinerend hoe dat tot uiting komt. Russen hebben zo’n ontzettend ander wereldbeeld dan wij. Ik moet vaak denken aan een citaat van de schrijver Fjodor Tjoettsjev: “Je kunt Rusland niet begrijpen met je verstand, in Rusland kun je alleen maar geloven.” Dat is wat Russen vaak over zichzelf zeggen: “Je kunt Russen nooit begrijpen als je niet zelf een Rus bent. Wij zijn mystiek. We hebben een unieke lotsbestemming op de wereld.” Ik heb geen idee wat ze daar mee bedoelen en ik denk dat ze dat zelf ook niet weten.’

Iris de Graaf zat nog maar een jaar als nieuwe NOS-correspondent in Moskou toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Ruim een week later, begin maart, keerde ze terug. De nieuwe censuur maakte de situatie hoogst onzeker. Ze vreesde voor de veiligheid van haar lokale producent en cameraman. Tegelijk is het frustrerend om correspondent in ballingschap te moeten zijn. Ze probeert haar werk onder meer nog te doen door met gevluchte Russen te spreken, in Nederland of in Georgië.

Ook de Russische staadsmedia volgt ze op de voet. Al moet dat nu via een VPN-verbinding, omdat de EU de Russische kanalen uit de lucht heeft gehaald. Bij dat Brusselse besluit heeft ze haar twijfels. ‘Ik snap waarom het is gedaan, maar ik denk dat het vergaande gevolgen heeft dat Europa dit heeft besloten in plaats van die zenders bijvoorbeeld een label te geven als “Russische staatskanalen”. Het gevolg is dat Rusland dit besluit gebruikt om tegenmaatregelen te nemen, om censuur in te voeren en accreditaties van journalisten af te pakken. Daardoor horen we nog minder van elkaar, terwijl ik denk dat dat juist nu belangrijker is dan ooit: dat er zoveel mogelijk informatie uit Rusland naar buiten komt.’

Zelf heeft ze nog een persaccreditatie tot eind januari 2023. Die wil ze niet zinloos laten verlopen. Ze wil op het moment van het gesprek gauw terug naar Moskou, ondanks de beperkingen daar van de censuur. ‘Ik denk dat het voor elke journalist belangrijk is om te kijken: wat kan er nog wel in Rusland? Er zijn nog altijd mensen die graag hun verhaal willen doen, ook al brengt dat hen wellicht in gevaar. Maar die mensen weten wat de risico’s zijn en willen toch hun verhaal kwijt. Ik denk dat ik pas als ik terug in Rusland ben, kan inschatten hoe ik mijn werk nog kan doen. Maar ik vind het sowieso waardevol om het Russische perspectief te blijven delen, ook al is dat perspectief voor ons soms onbegrijpelijk.’

‘Ik post vaak op Twitter over hoe Rusland tot een dictatuur afglijdt. Dan krijg ik soms reacties van Nederlanders als: nou, het is hier in Nederland niet anders. Ik reageer daar nooit op, maar ik denk vanbinnen wel: je hebt geen idee hoe dankbaar je mag zijn dat de vrije journalistiek hier bestaat. Het is voor mij als correspondent in Rusland een zoektocht: hoe doe je nog je werk als het niet meer kan? Dat is een hele moeilijke.’

Heel even denkt ze terug aan toen ze in 2019 bij de NOS solliciteerde voor de post in Moskou. Zo’n catastrofale oorlog en zoveel repressie hadden weinigen destijds voorspeld. ‘Dit was niet de fantasie die ik had van mijn correspondentschap. Maar ondanks dat moeten we nooit stoppen met het zoeken naar manieren waarop het nog wel kan om verslag te doen van Rusland. Anders horen we écht helemaal niks meer.’

BIOGRAFIE

Iris de Graaf (31) deed van 2009 tot 2014 de studie Slavische Talen in Groningen. Daarna deed ze de master Journalistiek, in de tijd dat journalist Jeroen Smit daar als hoogleraar aan verbonden was. Onder meer dankzij haar scriptie over de verslaggeving over de MH17-ramp kon ze aan de slag bij de NOS, waar ze aanvankelijk vooral reportages maakte over de jeugdcultuur. Zelf had ze voor die tijd al een blog gehad waarop ze schreef over fashion en lifestyle. Dankzij haar kennis van Rusland en de Russische taal kwam ze terecht op de NOS-buitenlandredactie en werd ze in 2020 aangenomen als de nieuwe correspondent Rusland.